3de graad doorstroomfinaliteit

1. De doorstroomfinaliteit in beeld

3. Lessentabellen

Klik om te vergroten

Downloads

3. Profiel van de studierichtingen

3.1 Wetenschappen-wiskunde (DSWW)

Richting

De component wetenschappen omvat vakken als biologie, chemie en fysica. In deze studierichting combineer je een brede algemene vorming met probleemoplossend denken vanuit wetenschappen en wiskunde. Hier worden extra tijd en aandacht besteed aan het verzamelen van feitenmateriaal via onderzoek en aan de inzichtelijke verwerking ervan. Het verzamelen van feitenmateriaal gebeurt onder diverse vormen: experimentele waarneming in het schoollabo, veldwerk, audiovisueel materiaal, gegevens opzoeken in tabellenboeken en andere naslagwerken. Je wordt geoefend in het kritisch analyseren en evalueren van dit feitenmateriaal.

In de derde graad worden wekelijks 7 lesuren besteed aan wiskunde. In deze studierichting klimt het onderwijs in de wiskunde naar een vrij hoog niveau van algemeenheid en abstractie. Dit gebeurt via de deelvakken algebra, meetkunde, analyse, statistiek en kansrekening.

Je verdiept je ook verder in informaticawetenschappen en leert meer over algoritmen en programmeren, modelleren en simuleren.

In deze richting neemt de studie van de moderne talen een belangrijke plaats in. De aandacht gaat naar het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden (luisteren, lezen, spreken en schrijven), de reflectie op taal en de kennismaking met (anderstalige) literatuur. Accenten liggen op het ontwikkelen van:

  • communicatieve en creatieve competenties in het Nederlands en moderne vreemde talen (b.v. leesstrategieën toepassen, literaire smaak ontwikkelen …);
  • competentie op vlak van taalbeschouwing (analyseren van en reflectie over taalstructuren, communicatie, taalfenomenen …);
  • interculturele competenties (literair, filosofisch en historisch bestuderen van culturele achtergronden, culturele diversiteit onderkennen en respecteren).

Vooropleiding

De logische vooropleiding is in de 2de graad de richting Doorstroomfinaliteit natuurwetenschappen. Deze studierichting bestaat uit twee gebonden componenten: wetenschappen en wiskunde, die de klemtonen van de studierichting aangeven.

Toekomst

Alle doorstroomstudierichtingen bereiden voor op verder studeren in het hoger onderwijs. Deze richtingen bereiden jou niet voor om direct te gaan werken na het beëindigen van je secundaire studies. De leerplannen zijn zo opgemaakt dat elke studierichting in principe voorbereidt op alle vormen van hoger onderwijs.

3.2 Technologisch wetenschappen en engineering (DSTW)

Richting

De studierichting technologische wetenschappen en engineering is momenteel één van de meest theoretische studierichtingen binnen het TSO en gericht op verder studeren in het hoger onderwijs. Deze richting heeft weinig of geen onmiddellijke tewerkstellingskansen op de arbeidsmarkt. Na deze richting is verder studeren in het hoger onderwijs logisch waar je kan kiezen uit een brede waaier van master- en bacheloropleiding. Samen met de studierichting wetenschappen wiskunde moeten de betere leerlingen de weg naar een academische bachelor vlot kunnen bewandelen.

Opvallend voor deze studierichting zijn het hoge aantal lestijden wiskunde. Verder wordt het lessenpakket aangevuld met informatica(algoritmen, programmeren, modelleren en simuleren), chemie en fysica. Om de huidige moderne technologie te begrijpen is o.a. een grondige kennis van wiskunde en engineering onmisbaar. Engineering legt een grote nadruk op ontwerpen. Het omvat de geïntegreerde ontwikkeling van wiskunde, wetenschap en technische kennis en bevordert hogere denkvaardigheden. Het abstract denken en het logisch redeneervermogen komt in deze richting sterk aan bod. Dit redeneervermogen komt zeker ook van pas in andere disciplines zoals informatica. In de meeste professionele en academische bacheloropleidingen start men aan een snel tempo op het basisniveau eind secundair onderwijs en is een sterke wiskundige en technische basis een voordeel.

Waarom kiest iemand deze studierichting?

Je kiest deze richting:

  • als je belangstelling en aanleg hebt voor technische vakken zoals engineering en wiskunde;
  • als je je interesse en kennis voor deze vakken wil vergroten en wil toepassen in nieuwe situaties en praktijkvraagstukken zoals bv. een geïntegreerde proef;
  • als je wil werken aan een stevige kennis van wiskunde en bovendien oog hebt voor detail.

Van de leerlingen die deze richting kiezen verwachten we wel dat:

  • ze er niet van terugdeinzen om hard te werken zowel individueel als in groep;
  • ze zelf aangeven wanneer ze dingen niet begrijpen en durven vragen stellen;
  • ze geen schrik hebben om eens extra oefeningen te maken om de leerstof in te oefenen wanneer ze moeilijkheden ondervinden.

3.3 Mechatronica (DSME)

Richting

Mechatronica is een opleiding in de 3de graad van de doorstroomfinaliteit. De logische vooropleiding in de 2de graad is Technologische wetenschappen (doorstroomfinaliteit). Instromen vanuit andere richtingen is mogelijk, maar vraagt een ernstige aanpak om basiskennis voor bepaalde vakken zelfstandig te studeren en in te oefenen!

Mechatronica is een studierichting die hoofdzakelijk theoretische lessen bevat. Ze combineert een brede algemene vorming met natuur- en technisch-wetenschappelijk denken en vaardig zijn. De leerlingen gaan onderzoekend, experimenterend, transfertgericht en exploratief aan het werk binnen de kernwetenschappen mechanica, elektriciteit, elektronica, fluïdomechanica, themodynamica en informaticawetenschappen. Ze denken in functie van het concept en zijn vaardig in het ontwikkelen van (industriële) automatisaties en sturingen, IOT, constructies, …

De richting mechatronica baseert zich op onderstaande essentiële pijlers:

Mechanisch ontwerpen, elektriciteit, elektronica, automatisering, informaticawetenschappen en wiskunde.

Een leerling mechatronica …

  • heeft geen schrik van stevige theoretische handboeken en/of stevig cursusmateriaal.
  • ziet het zitten om wiskundige principes toe te passen in de praktijk.
  • is georganiseerd, kan probleemoplossend en algoritmisch denken.
  • wil weten hoe industriële en/of softwaregestuurde systemen echt werken.

Tijdens het werken en studeren in de klas en thuis, leer je de theoretische achtergronden van de afzonderlijke technische vakken en pas je de theorie toe in oefeningen en labo-opdrachten. Nadien leer je de verbanden tussen en de samenhang van de verschillende vakgebieden om zo de nodige inzichten te verwerven in de opbouw en werking van industriële en/of softwaregestuurde machines en installaties. Je doet dit door het maken van oefeningen, het opbouwen van labo-oefeningen en het opstellen van de bijhorende verslagen, het oplossen van toetsen, het uitwerken van projecten, …

Toekomst

In het 6de jaar komen alle technische vakken samen binnen de geïntegreerde proef. In groepsverband werk je gedurende het hele schooljaar aan één groot project waarin je de leerstofonderdelen uit de 3de graad mechatronica spontaan gaat toepassen in een nieuwe situatie. Ook doorloop je gedurende 2 weken een “korte belevingsstage” in de bedrijfswereld. Zo maak je van dichtbij kennis met industriële en/of softwaregestuurde installaties, krijg je zicht op de beroepsmogelijkheden binnen het vakgebied mechatronica, kan je een gerichte studiekeuze maken in het hoger onderwijs, …

We verwachten een sterke interesse voor zowel:

  • mechanisch ontwerpen (mechanica, sterkteleer, machine-elementen, ontwerpen met behulp van tekensoftware, materialeneer, …),
  • elektrische en elektronische systemen (basiscomponenten en -schakelingen, toepassingen, tekensoftware, labotoepassingen, …),
  • moderne computer- en communicatietechnologieën en het programmeren ervan,
  • automatisering van industriële en/of softwaregestuurde systemen (pneumatica, hydraulica, PLC-sturingen, elektrische en elektronische sturingen, simulatiesoftware, labotoepassingen, …),  …

Om van al deze onderdelen een goede en brede basiskennis te verwerven zijn zin voor detail, nauwkeurigheid, orde en structuur zeer belangrijk. De opdrachten veronderstellen aanleg voor logisch denken, probleemoplossend denken en handelen.

3.4 Informatica- en communicatiewetenschappen (DSIC)

Richting

De logische vooropleiding voor de derde graad Doorstroom Informatica- en communicatiewetenschappen is de tweede graad Doorstroom Technologische wetenschappen. Instromen vanuit andere richtingen is mogelijk, maar vraagt een ernstige aanpak om basiskennis zelfstandig in te studeren!

We verwachten leerlingen die…

  •  geen schrik hebben van een stevig theoretisch handboek.
  • het zien zitten om wiskundige principes toe te passen in de praktijk.
  • georganiseerd, probleemoplossend en algoritmisch kunnen denken.
  • willen weten hoe Smart-systemen echt werken.

Deze richting baseert zich op vier essentiële pijlers: elektriciteit, elektronica, ICT, wiskunde

Tijdens het studeren in de klas en thuis leren de leerlingen hoe theoretische modellen uit deze technische takken in detail werken. Pas daarna leren ze aan de slag te gaan om zowel hardware, software als interfaces tussen computers en elektrische installaties met elkaar te koppelen tot Smart-systemen. Dit doe je bij het maken van oefeningen, afleggen van toetsen en opstellen van verslagen bij projecten.

Men verwacht een sterke interesse voor elektronische systemen in combinatie met moderne communicatietechnologieën. Het fijne technische werk vraagt zin voor detail, nauwkeurigheid, orde en structuur. De opdrachten veronderstellen aanleg voor logisch denken, probleemoplossend denken en handelen.

Kernbegrippen voor deze studierichting zijn o.a. software, algoritmen, computernetwerken, webdesign, elektrische energie, vermogensschakelingen, sensoren, Smart-systemen, etc.

Toekomst

Werkplekken gelinkt aan bovenvermelde profielen zijn bijvoorbeeld:

  • IT-afdelingen
  • industrie
  • productiebedrijven
  • wetenschapsinstellingen
  • onderwijsinstellingen
  • computerwinkels
  • overheid
  • politie- of legerdiensten

3.5 Bouw- en houtwetenschappen (DSBW)

Richting

Bouwen aan de wereld van morgen is in deze richting soms zelfs letterlijk te nemen. In deze richting wordt een brede algemene vorming gecombineerd met wetenschappelijk denken en onderzoeksvaardigheden. Je bekijkt de wereld vanuit een bouwkundig denkkader, door het bestuderen van bouwmaterialen, bouw- en houtconstructies en projecten.

In de 3e graad bouw- en houtwetenschappen werken we verder aan het verbreden en verdiepen van de basiskennis die in de 2e graad werd gegeven. Voor instromers zal een extra inspanning nodig zijn om basiskennis van de 2e graad stelselmatig zelfstandig bij te werken en begeleiding te vragen wanneer nodig.

Er wordt gewerkt aan organisatorische en topografische vaardigheden en bouwkundige kennis. Je leert werken met digitale technologieën bij het modelleren van bouwknopen en duurzame bouwprojecten. Er is in deze richting oog voor innovatie: hoe kunnen we beter, mooier, zorgzamer bouwen? In de 3e graad gaat dit niet enkel meer over woningen, maar komt utiliteitsbouw uitgebreider aan bod. We gaan ook in op weg- en waterbouwkundige problemen en leren hoe men de stabiliteit van gebouwen bepaalt. Daarnaast maken onze leerlingen ook kennis met de administratie die bij projecten komt kijken zoals kostprijsberekening en stedenbouwkundige wetgeving.

Bouwwetenschappen is een theoretische studierichting en vraagt dus een goede studiementaliteit. Door vooral te werken met theoretische leerinhouden en hoe je deze moet verwerken, word je optimaal voorbereid op verdere studies.

Toekomst

De richting bouw- en houtwetenschappen stoomt je in de 3e graad klaar voor om verder te gaan studeren aan een hogeschool of universiteit.

Verschillende wetenschappelijke en toegepaste bachelor- en masteropleidingen verwant aan de studierichting behoren tot de mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan vastgoed, (toegepaste) architectuur, topografie, bachelor bouw, integrale veiligheid, weg- en waterbouwkunde …