3de graad TSO

1. Richtingen binnen TSO

2. Profiel van de studierichting

2.1 Industriële wetenschappen

Deze studierichting is één van de meest theoretische studierichtingen binnen het TSO en gericht op verder studeren in het hoger onderwijs.
Opvallend voor deze studierichting zijn het hoge aantal lestijden wiskunde en de aandacht voor (toegepaste) wetenschappen en engineering. Om de huidige moderne technologie te begrijpen en aan te passen aan je dromen is een grondige kennis van wiskunde en wetenschappen onmisbaar.

De technische vorming is niet op een onmiddellijke specialisatie gericht maar steunt op een algemeen wetenschappelijke basis.
Het wiskundeprogramma is vergelijkbaar met dat van de richtingen met component wiskunde in het ASO. Je leert op een wetenschappelijke manier de kenmerken van fysische verschijnselen onderzoeken en wetenschappelijke wetmatigheden formuleren.
Je leert ook de toepassingen ervan in technologische realisaties.
Het ontwerpen van ruimtelijke vormen en schema’s met professionele software komt eveneens aan bod. Je wordt verder gestimuleerd om heel zelfstandig te werken maar ook in groep.

De technische vakken focussen op mechanica, elektriciteit, elektronica, toegepaste chemie en fysica.
Er gaat ook de nodige aandacht naar de talen: Nederlands, Frans en Engels.

Tijdens het schooljaar werken de leerlingen van het eindjaar aan een geïntegreerde proef (GIP). Hierin komen verschillende vakken aan bod (wiskunde, elektriciteit-elektronica, mechanica, fysica… ). Je verwerkt de verschillende opdrachten met computer en grafisch rekenmachine. Hier hebben zij de kans om zowel zelfstandig als in groep te werken. Je leert PowerPoint presentaties maken.

Wat kan je behalen na de 3de graad
– Diploma van secundair onderwijs

Vooropleiding
De logische vooropleiding voor de derde graad IW is de tweede graad TSO Industriële Wetenschappen.

 

Wat na?
Deze richting heeft weinig of geen onmiddellijke tewerkstellingskansen op de arbeidsmarkt.
Na deze richting is verder studeren in het hoger onderwijs logisch waar je kan kiezen uit een brede waaier van master- en bacheloropleiding. 
Je behaalt na het beëindigen van de 3de graad Industriële wetenschappen het diploma secundair onderwijs en hebt meerdere mogelijkheden om verder te studeren bachelor- en masteropleidingen (industrieel ingenieur).

Door scholen en bedrijven te bezoeken en gesprekken met oud-leerlingen die afstudeerden in deze studierichting, word je begeleid om de juiste keuze te maken voor hun verdere studieloopbaan.

2.2 Elektromechanica

Elektromechanica is een theoretisch-technische studierichting.
Je leert meervoudige problemen (elektrisch-elektronisch, mechanisch, automatisering) oplossen, waardoor een aantal technische vaardigheden worden ontwikkeld.

Elektromechanici staan in voor toezicht, onderhoud en herstelling van industriële installaties en productiesystemen.

Wiskunde vormt in deze studierichting een belangrijk vak, maar ook een elementaire kennis van enkele fysische begrippen is nodig.
Je leert verschillende materialen, toestellen en technieken kennen.
Je leert constructies en installaties ontwerpen, de processen voorbereiden en begeleiden met professionele software. Door het praktisch uitvoeren leer je het oorspronkelijke concept op zijn waarde beoordelen.Je ontdekt de wereld van verlichting, motoren en generatoren, automatisering, PLC-sturingen… Je leert hoe machines met de computer bediend en ontworpen (CAD-CAM) worden.

Deze studierichting omvat drie grote blokken:

ELEKTRICITEIT: je leert elektromechanische kringen analyseren, de basiswetten van de elektriciteit toepassen in diverse elektrische opstellingen…
Je voert elementaire berekeningen uit die steunen op een wiskundige basis.

MECHANICA: je verwerft basiskennis van theoretische mechanica en past dit toe in het ontwerpen van mechanische werkstukken. Dit doen we met behulp van de PC en het softwarepakket Inventor. Je leert de eigenschappen van de materialen en de krachten die er op inwerken kennen. Soorten bewegingen, overbrengingen, samenstelling van krachten…komen aan bod.

AUTOMATISERING : je leert de werking van de belangrijkste componenten uit de pneumatica en hydraulica. Met simulatiesoftware leer je schema’s opstellen die je nadien kan opbouwen tijdens de labolessen. Ook leer je met de PC en industriële software de PLC programmeren en uittesten.

Wat kan de leerling behalen na de 3de graad
– Diploma van secundair onderwijs

Tijdens het 1ste leerjaar van de 3de graad kan je een VCA-attest (een officieel attest om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen) behalen.

Op het einde van het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Om kennis te kunnen maken met de bedrijfscultuur, heb je in het zesde jaar een stageperiode van 2 weken.

Vooropleiding
De logische vooropleidingen zijn de 2de graad TSO Elektromechanica of Industriële wetenschappen. 

 

Wat na?
Je  behaalt na het beëindigen van de 3de graad Elektromechanica het diploma secundair onderwijs en hebt  meerdere mogelijkheden om verder te studeren in bachelor- en master opleidingen. Let wel dat een inhoudelijke verwantschap van een richting niet wil niet zeggen dat die richting vlot haalbaar is.

2.3 Industriële informatie- en communicatietechnologie

Je leert computersystemen en netwerken in industriële toepassingen installeren, in bedrijf stellen en onderhouden. Zowel hardware, software en interfaces tussen computer en toepassing komen aan bod. De opkomende technologie van het ‘Internet of things’ zal een nieuwe evolutie binnen onze moderne samenleving veroorzaken. Je kijkt niet alleen hoe de computer werkt maar ook hoe je informatie kan uitwisselen met andere computers en geautomatiseerde productiesystemen. Je leert zelf programma’s schrijven en apparaten aan de PC aansluiten. Je leert de verschillende aspecten van het ontwerp herkennen, interpreteren, toelichten en uitvoeren. Men verwacht een sterke interesse voor de industriële toepassingen van de moderne technologie. Het technische werk vraagt zin voor detail, nauwkeurigheid, orde en structuur.

Vanuit de industrie is er steeds meer vraag naar ‘projectmatig onderwijs’ om de integratie van kennis, vaardigheden en attitudes van de leerlingen te bevorderen. De projecten zullen onderwerpen behandelen die nauw aansluiten bij de technische vakken van de studierichting. In de richting Elektronica verdiepje je in o.a. computergestuurde metingen, domotica en robotica. Je zal dus werken aan verschillende projecten die opgebouwd zijn rond wetenschappelijke en technologische thema’s. Dit komt vaardigheden als informatie verwerven en verwerken, communiceren en samenwerken in groep alleen maar ten goede.

Het praktisch gedeelte is wel eerder beperkt t.o.v. bv. de studierichting Elektrotechnieken tso. Het geheel wordt wiskundig en wetenschappelijk ondersteund. Deze studierichting heeft dus een duidelijk doorstromingskarakter naar het hoger onderwijs.

De opdrachten veronderstellen aanleg voor logisch, probleemoplossend denken en handelen. Je leert over basiselektriciteit energietransport, componenten van industriële randapparatuur en vermogenselektronica. Je verwerft kennis over interfacetechnieken en leert de meest voorkomende herkennen en deze toepassen. Je bestudeert de grondbeginselen van het programmeren die je later kunt toepassen in verschillende talen en situaties. Via programmeertalen en besturingssystemen leer je de computer gebruiken als middel om industriële processen te besturen.

Gedurende het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Wat kan je behalen na de 3de graad:
– Diploma van secundair onderwijs

Vooropleiding
De logische vooropleiding voor de derde graad Industriële ICT  is de tweede graad TSO Elektriciteit – Elektronica. De studierichtingen Elektromechanica tso en Industriële wetenschappen tso van de 2de graad kunnen ook als mogelijke vooropleidingen worden beschouwd, maar de competenties in verband met basiselektronica ontbreken. Instromen vanuit andere studierichtingen van de 2de graad is niet relevant.

 

Wat na?
Deze studierichting is vooral gericht op het doorstromen naar hoger onderwijs van één cyclus zoals bachelor (graduaat) of de initiële opleiding tot leraar secundair onderwijs (regentaat). Mits voldoende studie-inzet en motivatie behoort hoger onderwijs met twee cycli zoals master (industrieel ingenieur) tot de mogelijkheden.

Na de 3de graad kan de leerling zich specialiseren en/of zijn competenties verbreden via een 3de jaar van de 3de graad Se-n-Se: Regeltechnieken.

Na deze richting kan je gaan werken. Leerlingen met een vorming binnen het domein Elektriciteit-Elektronica-ICT komen in een zeer breed beroepenveld terecht, in bedrijfstakken met grote bedrijven en KMO’s, die zowel de industriële productie, het onderzoek, de dienstverlening als de detailhandel omvatten.

2.4 Bouw- en houtkunde

Bouwwetenschappen beoogt enerzijds een brede algemene vorming en anderzijds een specifieke theoretisch-technische vorming met betrekking tot allerhande bouwconstructies. Naast een sterk theoretische benadering wordt aandacht besteed aan praktijkoefeningen. Doorstromen naar het hoger onderwijs is een van de doelstellingen van deze studierichting. Je leert bestaande uitvoeringen van bouw- en houtrealisaties bestuderen. Je leert het nodige i.v.m. bouwwetgeving, stabiliteitstudies, topografie, infrastructuurwerken

Wiskunde vormt in deze studierichting een belangrijk vak. Belangrijk is dat je veilig, milieu- en kostprijsbewust leert werken en dat er speciale aandacht gaat naar duurzaam bouwen.

Energiezuinige woningen, duurzame materialen, passiefwoningen, … overal worden we met deze termen geconfronteerd. Als school zijn wij alert voor deze vernieuwingen en daarom springen wij mee op de kar van de ecologie. In het vak “constructie en materialenleer” in de 3de graad wordt de nadruk gelegd op duurzaam en ecologisch bouwen. Duurzaam bouwen wordt zo ruim mogelijk gezien. Het gaat over de keuze van duurzame bouwmaterialen, recyclering van materialen, het toepassen van de nieuwste regelgevingen, enz. …

Het thema duurzaam en ecologisch bouwen staat centraal in de opleiding bouwwetenschappen.

De opleiding Bouwwetenschappen wil technici vormen met een grondige kennis van alle technische aspecten in de bouwwereld. Op die manier zijn de afgestudeerden flexibel genoeg om zich later gemakkelijker te specialiseren naargelang hun taak op een architectenkantoor, studiekantoor, landmeterskantoor, aannemersbedrijf, openbare dienst, e.a.

Tijdens het 1ste leerjaar van de 3de graad kan je een VCA-attest (een officieel attest om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen) behalen.

Op het einde van het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Wat kan je behalen na de 3de graad
– Diploma van secundair onderwijs

Vooropleiding
De logische vooropleiding vanuit Gitok is de 2de graad TSO Bouwwetenschappen.
Als je in de derde graad instapt, heb je een voldoende basis nodig van wiskunde en wetenschappen. Er wordt van jou interesse voor ontwerpen, tekenen van bouwkundige plannen en maquettebouw verwacht. Ruimtelijk inzicht en nauwkeurigheid zijn belangrijke vaardigheden.

Wat na?
Na deze richting studeer je verder in inhoudelijk verwante richtingen in het hoger onderwijs.Let wel ‘inhoudelijk verwant’ wil niet zeggen ‘vlot haalbaar’.

Mogelijke studierichtingen zijn:

  • bacheloropleidingen in de bouw, interieurvormgeving, assistent-architect, lerarenopleidingen;
  • masteropleidingen architectuur, industrieel ingenieur (optie bouwkunde, optie landmeten), interieurarchitect, …
  • tso Se-n-Se-jaren.

Uiteraard kan je ook gaan werken. De uitstroming op de arbeidsmarkt is veelzijdig. Je kan een uitvoerende, een administratieve, een voorbereidende of een controlerende functie waarnemen. In de bouwsector kan je terecht als ploegbaas-werfleider (assistent van de conducteur of projectleider), als bouwkundig tekenaar bij een architecten- ingenieurs- of aannemersbureau, als bediende in een studiebureau van de bouwsector, als verkoper, …

2.5 Autotechnieken

Je leert fouten opsporen zowel op mechanisch als elektrisch vlak. Hier wordt zowel het inzicht in de werking van de wagen als het stellen van de juiste diagnose bij defecten bijgebracht.

Oefeningen in het labo helpen je om via proeven en metingen de werking van de verschillende onderdelen van een auto beter te leren kennen en te beïnvloeden.
Naast de kennis van mechanismen en systemen van auto’s en vrachtwagens is ook de foutendiagnose, de technische reglementering, de schema- en tekeninganalyse, de werkplanning en de studie van micro-elektronische stuur- en regelsystemen belangrijk.

Volgende onderwerpen komen systematisch aan bod:

  • het uitvoeren van onderhoudsbeurten, het monteren en demonteren, een diagnose stellen en de motor afstemmen met de meest geschikte apparatuur;
  • het herstellen, afstellen en controleren van het onderstel (chassis) en van de elektrische installaties;
  • de voorwieluitlijning, revisie van verbrandingsmotoren, elementaire lastechnieken en stuurgeometrie (uitlijnen van de stuurinrichting).


Hierbij wordt steeds rekening gehouden met de autotechnische veiligheidsvoorschriften.

Je leert ook de kostprijs van de onderhoudswerkzaamheden begroten en communiceren met de klant. Heel wat van deze kennis wordt aangebracht in een garagesituatie. De stages (2 weken) in het tweede leerjaar van de derde graad zijn een waardevolle aanvulling vanuit een reële werksituatie.
Klanten op een correcte manier ontvangen en verder helpen is belangrijk. Hiertoe leer je planning, organisatie en kwaliteitszorg.

Op het einde van het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Wat kan je behalen na de 3de graad:
– Diploma van secundair onderwijs

Tijdens het 1ste leerjaar van de 3de graad kan je een VCA-attest (een officieel attest om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen) behalen.

Vooropleiding
De logische vooropleiding op deze studierichting is TSO Mechanische technieken. 
Ook andere studierichtingen binnen het studiegebied Mechanica – Elektriciteit bieden mogelijkheden, vooral deze met een component mechanica. 
Er wordt verwacht dat je geïnteresseerd bent in de werking en het onderhoud van auto’s.
Ook belangstelling voor elektriciteit en elektronica is belangrijk.

Wat na?
Na deze richting kan je gaan werken. Tewerkstellingen zijn o.a.

  • autotechnicus,
  • controleur in een assemblagebedrijf,
  • technisch raadgever,
  • verantwoordelijke functie bij een concessionaris,
  • magazijnverantwoordelijke,
  • opleider binnen het bedrijf,
  • verkoper.


Verder studeren kan ook. Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is een doorstroming naar het hoger onderwijs mogelijk. Deze studierichting kan de basis vormen voor hoger onderwijs automechanica (bachelor).

2.6 Elektrische installatietechnieken

Elektrische installatietechnieken is sterk praktijkgericht en moet vooral gezien worden als een voorbereiding op technisch uitvoerende beroepen in de elektriciteitssector.
Je moet een werkopdracht kunnen analyseren, schema’s kunnen lezen en metingen kunnen uitvoeren.
Hierbij zijn de elektrische voorschriften en reglementeringen belangrijk.
De studierichting wil binnen het brede domein van de toegepaste elektriciteit een theoretisch- technische vorming aanbieden die ook veel aandacht heeft voor de uitvoeringsgerichte vaardigheden.
Het realiseren, renoveren of herstellen van industriële elektrische installaties maar ook de complexe aspecten van een residentiële installatie komen aan bod.
De basiskennis van de tweede graad wordt verder uitgediept en uitgebreid.
Je wordt opgeleid tot technicus industriële elektrotechnische installaties.
Industriële installaties en meer complexe residentiële installaties zoals elektriciteit in productiebedrijven, appartementen, winkelpanden, kantoren, scholen, ziekenhuizen… komen ook aan bod.

De klemtoon wordt gelegd op elektronische en computergestuurde schakelingen en metingen.
Je werkt rond lichtinstallaties, verwarming, motorschakelingen, elektronische vermogensregeling, laag- en netspanninginstallaties.
Hierbij gebruik je zowel relaisschakelingen als elektronische sturingen.
De nodige aandacht wordt besteed aan hand- en contactgestuurde motoren, maar ook automatiseringsprocessen zoals PLC-sturingen, computertekenen… komen aan bod.
De praktijk is belangrijk, maar ook de theoretische achtergronden worden niet uit het oog verloren.
De beroepskennis omvat theoretische kennis van fundamentele wetten van elektriciteit, elektrische machines en praktische kennis van elektrotechnieken.
Bij meettechniek en in het labo nemen elektriciteit en de computer een steeds belangrijker plaats in.
Schakel-, meet-, verlichtings- en verwarmings-, verdelings- en beveiligingstechnieken, installatie en aandrijftechnieken, schakelingen en onderhoud van elektrische machines … staan op het programma.
De elektrische principes worden aangeleerd.

Op het einde van het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Om kennis te kunnen maken met de bedrijfscultuur, hebben de leerlingen van dit eindjaar een stageperiode van 2 weken.

Wat kan je behalen na de 3de graad
– Diploma van secundair onderwijs

Tijdens het 1ste leerjaar van de 3de graad kan je een VCA-attest (een officieel attest om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen) behalen.

Vooropleiding
De logische vooropleidingen zijn de 2de graad TSO Elektriciteit-Elektronica, Elektromechanica of Elektrotechnieken. Instromen vanuit andere studierichtingen van de 2de graad is niet zo relevant.

 

Wat na?
Na deze richting kan je gaan werken. De opleiding vormt technici met een theoretische en praktische kennis die (als basis) voldoende is om na de 3de graad aan de slag te kunnen in de industrie als bv.
–              installateur huishoudelijke elektrotechnische installaties,
–              technicus huishoudelijke elektrotechnische installaties,
–              installateur/technicus industriële elektrotechnische installaties.

Deze studierichting biedt de mogelijkheid tot het verder studeren in eenSe-N-Se-richting of graduaatsopleiding. Een bacheloropleiding is mogelijk mits een graduaatsopleiding en schakeljaar.

Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is een doorstroming naar het hoger onderwijs mogelijk.. Let wel dat een inhoudelijke verwantschap van een richting niet wil niet zeggen dat die richting vlot haalbaar is.

2.7 Mechanische vormgevingstechnieken

Mechanische vormgevingstechnieken is sterk praktijkgericht.
Er is zeer veel aandacht voor uitvoeringsgerichte vaardigheden. Je leert o.a. schetsen maken, plannen lezen, werkanalyses en werkmethodes opstellen, ingrijpen in de fasen van de vormgevingstechniek (vorm geven aan een metalen werkstuk), machines instellen, bedienen en (de)monteren van pompen … . De basiskennis van mechanische en in mindere mate elektrische principes wordt verder uitgediept. Het gaat echter niet over een theoretische (zoals in Elektromechanica of Industriële wetenschappen), maar eerder om een praktische uitdieping.

Je leert mechanische constructies en installaties vormgeven vanaf het studiebureau tot en met de realisatie. Je leert de verschillende aspecten van het ontwerp herkennen, interpreteren, toelichten en verwerken. Zo kom je tot praktische realisaties die je kunt uitvoeren. Je maakt hierbij gebruik van professionele software op de computer. In de praktijklessen maak je aanvankelijk met hand en machine werkstukken waarbij boren, frezen, draaien en slijpen toegepast worden.Je leert metaalbewerkingsmachines instellen en bedienen. Het programmeren en werken met computer, numeriek gestuurde machines en computertekenen zijn geïntegreerd.Ook het verwerken van kunststof komt aan bod zoals spuitgieten en 3D printen.

Op het einde van het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Wat kan je behalen na de 3de graad
– Diploma van secundair onderwijs

Tijdens het 1ste leerjaar van de 3de graad kan je een VCA-attest (een officieel attest om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen) behalen.

Vooropleiding
Logische vooropleidingen zijn de 2de graad TSO Elektromechanica, Industriële wetenschappen of Mechanische technieken.

 

Wat na?
Na deze richting kan je gaan werken. De opleiding vormt technici met een theoretische en praktische kennis die (als basis) voldoende is om na de 3de graad aan de slag te kunnen in de industrie als bv.

  • draaier, frezer (conventioneel en CNC),
  • onderhoudsmecanicien,
  • hersteller pompen,
  • matrijzenmaker.

Een bacheloropleiding is mogelijk mits bijscholing in wiskunde of in wiskundig minder sterkere opleidingen. Ook de opleiding tot procesoperator behoort tot de mogelijkheden.

Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is een doorstroming naar het hoger onderwijs mogelijk. Let wel dat een inhoudelijke verwantschap van een richting niet wil zeggen dat die richting vlot haalbaar is.

2.8 Houttechnieken

In Houttechnieken ligt de nadruk op het verwerven van technische en praktische kennis.
Deze studierichting is gericht op onmiddellijke tewerkstelling of op het hoger onderwijs. Je wordt opgeleid tot vakarbeider in de houtnijverheid.

Je leert hedendaagse volwaardige uitvoeringen voor interieur, binnen- en buitenschrijnwerk, timmerwerk, houtbouwmethoden en hun constructieonderdelen, ontwerpaspecten, uitvoeringsmethoden, materialen en snijgereedschappen onderzoeken en analyseren.
Aan de hand van zelfgemaakte tekeningen, verantwoord gekozen materialen, zal je opdrachten procesmatig voorbereiden, organiseren, toelichten en oordeelkundig realiseren en afwerken met bijzondere aandacht voor duurzaamheid. Informatica en digitale leermiddelen worden hierbij geïntegreerd doorheen de gehele opleiding. Je stelt houtbewerkingsmachines in en bedient ze.
Het kunnen werken met CAD/CAM/CNC-technologie is basiskennis.

Je krijgt inzicht in de verschillende houtsoorten. Aan de hand van labo-onderzoek leer je het materiaal grondig kennen. Zo kan je een verantwoorde keuze maken van technieken, gereedschappen en materialen.Je leert geautomatiseerde processen uitwerken, organisatie en productieplanning, kostprijsberekening.

Wat kan je behalen na de 3de graad:
– Diploma van secundair onderwijs

Tijdens het 1ste leerjaar van de 3de graad kan je een VCA-attest (een officieel attest om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen) behalen.

Op het einde van het schooljaar leggen de leerlingen van het 2de leerjaar van de 3de graad een geïntegreerde proef af (GIP).

Om kennis te kunnen maken met de bedrijfscultuur, heb je in het zesde jaar een stageperiode van 2 weken.

Vooropleiding
De logische vooropleidingen zijn de 2de graad TSO Bouw- en houtkunde of Houttechnieken.

Indien je instroomt uit een andere richting is technisch inzicht en praktische aanleg vereist.

 

Wat na?
Na deze richting kan je gaan werken in een hout(gerelateerd)bedrijf waar je terecht kan:

  • op het technisch bureel;
  • als meestergast of projectleider;
  • als verkoper van hout- en/of isolatiematerialen, snijgereedschappen;
  • als werknemer in het productieproces

Verder studeren kan ook. Afhankelijk van je capaciteiten, interesse en inzet is een doorstroming naar het hoger onderwijs mogelijk. Let wel dat een inhoudelijke verwantschap van een richting niet wil niet zeggen dat die richting vlot haalbaar is.

De logische uitstroming is naar een Se-n-Se-jaar tso.

Bacheloropleidingen volgen kan mits inzet en motivatie:

  • na het behalen van een pedagogisch getuigschrift en een aantal jaren nuttige ervaring: technisch leraar hout;
  • opleiding architectassistent of interieurvormgeving;
  • opleiding hout.